Op 15 januari ging de film ‘Dear White People’ in Nederland in première. Het was een pak van mijn hart, gezien het een zware taak is om racisme bespreekbaar te maken. Een publiekelijk dialoog openen over dit onderwerp is namelijk riskant, oncomfortabel en nog steeds ongepast in meer plekken dan Nederland. Gelukkig ging de zwarte director en schrijver Justin Simien deze uitdaging toch aan en met succes. De magie van deze film ligt niet in het onderwerp dat het uitdaagt, of het activisme dat het veronderstelt. Integendeel ‘Dear White People’ gaat over eigenlijk jou en dat is de scherpe humor in deze film.
Deze film doet iets met je meteen na het kijken, twee dagen erna en een week na het kijken van de film.
Bij de eerste keer, had ik hoge verwachtingen van de voorstelling. Vooral als een zwart jongedame in een witte omgeving dat racisme ontkent, ervoer ik de promotie van de film als een uitlaatklep. Een trailer vol scherpe taal, weerwoord en kunnen spreken zonder genade over wat het betekent om zwart te zijn in een land vol met witte instituties, dat beviel mij. Het was bevrijdend om deze radicale scenes te aanschouwen, maar helaas werden deze behoeftes niet vervult. Na afloop van de film, voelde ik me leeg, onbevredigd en verbaasd. Wat was er toch gebeurd met de rebelse Sam die ik kende uit de campagne?
Ik kreeg de kans om de film voor de tweede keer te zien en toen ontstond het besef dat deze film gaat over meer dan alleen raciale spanningen. Het legt de complexiteit bloot over zwart zijn in deze wereld; een essentiële onderdeel in de constructie van een sociale identiteit is de persoonlijke reis in het spectrum tussen extreem ‘zwart’ en extreem ‘wit’. Bijvoorbeeld, in deze film staat symbolisch de zwarte militante studentengroep voor uiterst zwart, en de witte studentengroep voor uiterst wit. En op verschillende manieren zweeft de hoofdpersonage Sam White daar tussenin; om te beginnen dat ze halfbloed is, ze is militant maar luistert naar Taylor Swift en op het gebied van de liefde dobbert ze tussen een zwarte en witte man.
De complexiteit schuilt ook in een andere zwarte personage, genaamd Lionel Higgings. Deze student die valt op mannen, is een reflectie van een zwarte realiteit die vaak gemarginaliseerd wordt binnen wit en zwart cultuur. Hiermee brengt de film de veelzijdigheid van zwart zijn naar buiten, en vooral de gelaagdheid van identiteit, en wordt de onderdrukking aan het licht gebracht. Ook Lionel dobbert tussen de witte – en zwarte studentengroep, want zijn seksuele geaardheid wordt in beide gemeenschappen niet vanzelfsprekend geaccepteerd.
Het brengt een belangrijk vraagstuk naar voren binnen zwarte identiteit/seksualiteit, hoe gaan wij om met same-sex relationships onder onze zwarte mannen? Hoewel de witte homobeweging redelijk op gang is, bracht het mij op de volgende gedachte: Homoseksualiteit is een wit privilege, en dat hebben we aan onszelf te danken. Al onze mannen verdienen liefde, ongeacht hoe dat wordt beleefd. Als gevolg vreest deze film niet voor homoseksualiteit: Lionel, de zwarte studente wordt gezoend door een witte medestudent.
Bij de derde keer kijken, komt de symboliek en subtiele boodschappen naar boven. Bijvoorbeeld, de complexiteit die wordt aangeduid aan de hand van Sam is te zien in de scene wanneer de zwarte militante studenten zich klaarmaken voor de demonstratie. Tot Sam’s verbazing, is zij de keynote speaker. Ze wordt plotseling gebeld door haar moeder, draait zich even om en neemt op: “…Hi, I am kind of in the middle…”. Op dit moment staat ze nu met haar rug naar de zwarte studenten en ze kijkt voor zich. Diep in emoties door het nieuws van haar moeder aan de lijn, kijkt zij nu in de richting haar witte geliefde. Ze staat letterlijk in het midden, ze staat tussen haar witte en zwarte ‘geliefde’.
Deze film is niet zwart/wit, en de campus is een reflectie van de grotere samenleving. Deze film bespreekt hoe zwarte mensen sociaal geconstrueerd zijn door hun witte omgeving (en henzelf), hoe zij worden gezien en benaderd. Het vertelt de ongrijpbare vormen van racisme waarmee zij kampen binnen witte instituties. Maar hoe gaan wij om met deze problematiek, en hoe vertaal je dat verhaal aan een breder publiek? Met behulp van satire, besloot Justin Simien op subtiele wijze het dialoog weer te openen. Zwart en wit publiek bezoekt de film, en beide groepen zullen met een ander gevoel de zaal verlaten want racisme is nog springlevend. Wie voornamelijk op zoek is naar een oplossing over deze kwestie en deze hoopt te vinden in de film, moet dus niet kijken.
Tot slot, komt er een grotere besef bij mij naar boven. Deze film doet inderdaad iets met me, en ik begin lichtjes te begrijpen dat het iets vertelt over mij. Ik vind deze film opeens geen satire meer. In de scene wanneer de witte studentengroep vergaderen over hun opkomende Halloweenfeest, lopen ze naar Lionel die netjes aan een andere tafel studeert. De witte voorzitter schreeuwt naar zijn medestudenten: “Look sometimes you gotta talk to these people in a language they are going to understand”. Hij gaat verder, en benaderd Lionel over zijn verhuizing op de campus:
“Wherever they ship you off too, be sure you pack your sense of humor”
Ik realiseer me: “Dear White People is masked as a joke, but racism is not a joke. To me, it is reality and that reality is not always a joke to me”. Het leven is geen satire als een zwart persoon, jouw realiteit niet serieus wordt genomen. Het leven is geen satire als jouw zwart zijn een constante bedreiging is. Het leven is geen satire als je excuses hoort aan te bieden omdat jouw zwart zijn, ‘hun’ wit oncomfortabel maakt. Het leven is geen satire als je nog moet onderhandelen over jouw burgerrechten, mensenrechten, uberhaupt jouw mensheid. Het leven is geen satire als je constant en systematisch als inferieur wezen wordt verklaard.
In de laatste scenes, ziet men een compilatie van Sam’s filmwerkstuk over het blackfacing-incident tijdens de Halloweenfeest van de witte studentenorganisatie. Een van de witte studenten reageert:
“The fact that we can make a joke about this, proves we have moved on obviously, right? In this day of age, if you cannot take a joke… I think it is an attack on my freedom of speech. I am the victim here!”.
Dear White People lijkt op een subtiele manier het racisme-debat te openen, en laat scherpe boodschappen achter wat het betekent om een individu te zijn, sociaal geconstrueerd in zwart of wit, en beide. Justin Simien weet waar hij het over heeft, als zwarte persoon (over)leven binnen witte instituties is een dagelijks realiteit en dat is in feite geen satire.